LEES MEERIn het onderzoek van de Monitor naar Verwarde Mensen neemt Suzanne contact met de redactie op. Ze wil graag vertellen hoe het is om verwarde periodes te kennen in je leven. Suzanne kampt met autisme en een persoonlijkheidsstoornis. Als de Monitor haar thuis spreekt, gaat het heel goed met haar. Op dat moment is moeilijk voor te stellen dat deze jonge vrouw duizenden politieregistraties op haar naam heeft staan. Ik kreeg mijn huis niet schoon. Mijn afwas niet gedaan. Mijn uitkering kwam later binnen dan gepland. Dat frustreerde me zo erg. Ik wist niet hoe ik het weekend moest doorkomen zonder eten en zonder geld. Ik trok constant aan de bel bij de hulpverlening. Maar die zeiden: nee, we kunnen je niet helpen. Die afwijzing van de hulpverlening, dat was gewoon teveel. Toen in dat weekend, met amper geld en een bende in huis, ben ik helemaal losgeslagen. Ogenschijnlijk kleine triggers kunnen ervoor zorgen dat Suzanne zo in de war raakt dat ze de controle over zichzelf kwijtraakt en zich agressief gedraagt. Zoals op de dag dat ze een politieagent bedreigde met een schaar. Kan een dergelijk incident in de toekomst voorkomen worden als instanties er op een andere manier mee omgaan? En op welk moment kun je als hulpverlener het best interveniëren als je ziet dat de spanning oploopt?